Doel: het (vroegtijdig) constateren en bespreekbaar maken van overgewicht.

Acties: 

1. Vraag toestemming aan de cliënt/patiënt om het overgewicht te bespreken wanneer dit niet de aanleiding is voor het consult. 
2. Wanneer de persoon heeft aangegeven dat hij verder in gesprek wil gaan kun je de  GGR bepalen op basis van de BMI, buikomvang en comorbiditeit.

GGR score licht verhoogd? dan is er geen sprake van een vergrote buikomvang of comorbiditeit. Wanneer het passend is bij de hulpvraag kan de cliënt doorverwezen worden naar het sociaal domein of zelfmanagement. Het is in dit geval niet nodig om de cliënt door te verwijzen naar de CZC.

In deze stap is voornamelijk de CZC aan zet. Zo vroeg mogelijk in het proces wordt een naaste van de persoon met overgewicht betrokken die mee kan denken en de persoon kan ondersteunen tijdens het proces. Daarnaast wordt bij deze stap onderzocht op welke vlakken er (gezondheids)problemen spelen. Hierbij wordt er breed gekeken naar wat er speelt bij de persoon. 

Soms blijkt na een eerste inventarisatie dat er aanvullend onderzoek door een andere professional nodig is om meer inzicht te krijgen in gezondheidsrisico’s en persoonlijke omstandigheden. In dat geval kan een CZC de persoon met overgewicht bijvoorbeeld verwijzen naar de diëtist voor aanvullend onderzoek. 

Een ondersteunende tool hierbij is de screeningstool checkoorzakenovergewicht.nl. De vragenlijst op deze website kan ingevuld worden door de persoon met overgewicht, waarna de behandelend professional inzicht krijgt in het verhaal van deze persoon.

Nu bekend is wat er speelt, kunnen de CZC en de persoon met overgewicht samen de hulpvraag formuleren en de gewenste situatie in kaart brengen. Doordat overgewicht vaak wordt veroorzaakt door meerdere problemen op verschillende leefgebieden is het belangrijk om de aanpak van overgewicht te integreren in de aanpak van de andere problemen. Zo ontstaat de samenhang die nodig is om mensen adequaat te ondersteunen.  

In deze stap is de CZC aan zet. Na het afronden van stap 3 is er nu duidelijk wie en wat er nodig is voor het opstellen van het (integrale) plan van aanpak dat goed aansluit bij de persoon met overgewicht en zijn betrokkenen. Het plan wordt vertaald naar heldere en haalbare doelen die de motivatie en actiebereidheid ondersteunen of vergroten. Indien nodig wordt het plan van aanpak afgestemd met andere professionals.  

Doel: aan de slag met de persoon met overgewicht en zijn naasten onder begeleiding van professionals.   

 Acties:  

1. Start de begeleiding van de persoon met overgewicht conform de gemaakte afspraken van het integrale plan van aanpak dat is opgesteld met de CZC. Stel met de persoon met overgewicht een plan op dat aansluit op het integrale plan van aanpak.
2. Informeer de CZC op de afgesproken momenten over de stand van zaken en schakel de CZC in op het moment dat de voortgang stagneert. Mogelijk moet het integrale plan van aanpak worden aangepast (terug naar stap 4).
3. Zorg ervoor dat de persoon met overgewicht aan het eind van het traject voldoende handvatten heeft om terugval te voorkomen en dat hij weet wat te doen wanneer terugval dreigt. 

In deze stap is de CZC aan zet. Het gaat er in deze laatste stap om de resultaten van de voorgaande stappen vast te houden. Belangrijk is om handvatten te geven voor terugvalpreventie.

In stap 5 hebben de professionals al handvatten gegeven voor terugvalpreventie op hun vakgebied.

In deze laatste stap gaat het vooral om de vraag:

wat is er nog nodig om zonder betrokkenheid van de CZC de opbrengst van het begeleidingstraject vast te houden?