Samenwerkingsmomenten CZC en diëtist

Terug

Binnen de 6 stappen van de netwerkaanpak zijn er verschillende momenten waarop er samengewerkt kan worden tussen de Centrale zorgcoördinator (CZC) en de diëtist voor het leveren van optimale zorg voor de persoon met overgewicht.  

Wanneer een persoon met overgewicht op intake komt bij een diëtist kan het zijn dat de persoon zelf vindt dat er iets moet veranderen rondom zijn gewicht. Het kan ook zijn dat de persoon om een andere reden bij de diëtist komt en de diëtist redenen ziet om het overgewicht te bespreken. In dat laatste geval is het belangrijk om eerst de persoon met overgewicht toestemming te vragen om in gesprek te gaan over het gewicht. Wanneer er toestemming is en er is na het meten van lengte en buikomvang en wegen (stap 1) sprake van overgewicht kan de diëtist in overleg met de persoon met overgewicht doorverwijzen naar een CZC. Een verwijzing naar een CZC wordt aanbevolen bij een Gewichtsgerelateerd gezondheidsrisico vanaf matig verhoogd of hoger, zodat er breed gekeken kan worden naar de gezondheid en het mentaal welbevinden van de persoon en de volgorde van het inzetten hulp uit het sociaal- of medisch domein. Hoe de GGR wordt bepaald is terug te lezen in de richtlijn “Overgewicht en obesitas bij volwassenen en kinderen”. Ook wanneer er sprake is van multiproblematiek is het goed om naar een CZC door te verwijzen voor het brede gesprek, gezien de beperkte uren die voor de diëtist vergoed worden.  

De CZC kan op basis van de brede uitvraag (stap 2) bij specifieke zorgen rondom voeding en eetgedrag van de persoon met overgewicht een beroep doen op de diagnostiek van de diëtist. Een nauwkeurige bepaling van eetgewoonten en gebruikte voedingsmiddelen van de persoon met overgewicht, in combinatie met kennis over eventueel aanwezige aandoeningen of eetproblemen geven belangrijke informatie voor de wijze waarop de begeleiding in het bevorderen van de gewenste leefstijl op voedingsgebied het best kan plaatsvinden. 

Wanneer er in het integrale plan van aanpak (stap 4) begeleiding van de diëtist is opgenomen, verwijst de CZC de persoon met overgewicht naar de diëtist.  

Blijkt tijdens de behandeling dat er bij de persoon met overgewicht andere problemen aanwezig zijn die het doorvoeren van gedragsverandering op het gebied van voeding belemmeren of onmogelijk maken, kan de diëtist schakelen met de CZC om gewenste (andere) begeleiding hierbij in gang te zetten. Gezamenlijk met de persoon met overgewicht wordt er opnieuw gekeken welke stappen eerst gezet moeten worden voordat er verder kan worden gegaan met begeleiding van de diëtist (stap 4). Dit kan als resultaat hebben dat het opgestelde plan van aanpak wordt aangepast waardoor het beter aansluit.  

Deel dit bericht via:

Volgend bericht

Kosten en tijdsinvestering